Het
gebouw, waarin het museum is gevestigd dateert uit 1632.
Daarvoor
stond op deze centrale plek in Hoorn het middeleeuwse proostenhuis, de
woning van de vertegenwoordiger van het Bisdom Utrecht.
Het
pand werd gebouwd in een uitzonderlijk staaltje van Nederlandse
renaissance in opdracht van de gecommitteerde raden, in de 16de en 17de
eeuw het dagelijkse bestuur van dit deel van Holland.
Toen
de Fransen het in 1795 hier voor het zeggen kregen, werd hier een
rechtbank ondergebracht.
In
1877 werd een deel als museum ingericht; vanaf 1931 werd het hele gebouw
als zodanig in gebruik genomen. Het schitterende hek, dat de toegang tot
het museum begrensd werd in 1729 door de Amsterdamse siersmid Uljee
gemaakt.
De
schatten van het museum zijn nauwelijks onder één noemer te vatten, zo
verschillend zijn ze van aard.
Er
is een rijk archeologisch bezit, dat door recente bodemvondsten een
steeds nieuwe kijk op Hoorns verleden geeft. Het museum heeft in de
17de-eeuwse schutterszaal vier schuttersstukken hangen, die zijn
geschilderd door Jan Albertszoon Rotius.
Die wanden bedekkende schilderijen geven de rijkdom van de 17de eeuw goed weer.
Jan
Pieterszoon Coen, grondlegger van Batavia en een - toen beroemd,
tegenwoordig omstreden - bevelhebber van de VOC hangt er te kijk samen
met zijn jonge vrouw Eva Ment.
Uit
die VOC-tijd zijn er verder navigatiemiddelen, kaarten en
scheepsmodellen.
Er
is verder een rijke collectie zilver, een verzameling behangontwerpen in
aquareltechniek (Hoorn bezat in de 18de eeuw een bloeiende
behangselfabriek), tal van curiosa, oude torenuurwerken, veel
West-Friese kostuums en een collectie naïeve schilderijen.
En dat allemaal in stijlkamers, een antieke tuin, ambachtenzolder en archeologische kelders.
Westfries
Museum
Roode Steen 1, 1621 CV Hoorn
Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 11.00 - 17.00 uur, zaterdag en
zondag van 14.00 - 17.00 uur
